Bij een opa en zijn kleinzoon wordt een gehoortest afgenomen. De gehoortest wordt
uitgevoerd met verschillende tonen.
Bij een bepaalde frequentie wordt de geluidssterkte steeds groter gemaakt door de knop
waarmee de geluidssterkte wordt geregeld op een hogere waarde in te stellen. Wanneer
de persoon de toon hoort, geeft hij een teken en wordt in een grafiek een stip gezet.
Vervolgens wordt de proef met andere frequenties herhaald. Het resultaat van de tests zie
je hieronder in grafiek 1 en 2.
Figuur
De opa hoort minder goed dan het kind.
Leg uit welke grafiek bij de opa hoort.