(34) Paula komt in een jongerenblad een doorsnedetekening van het oog tegen.
Volgens het artikel bij de tekening zorgt niet alleen de lens (9) voor een scherp beeld.
Ook het hoornvlies (6) draagt bij aan de beeldvorming.
Bij een groeispurt in de puberteit kan het hoornvlies te bol worden. Het hoornvlies en de
lens vormen dan samen een extra sterke lens. Iemand met deze oogafwijking kan niet
scherp in de verte zien.
In de onderstaande figuur zie je drie schematische tekeningen.
In welke tekening is de hierboven beschreven situatie juist weergegeven?