Gedurende zijn val werken er op de parachutist twee krachten: de zwaartekracht en de
wrijvingskracht (luchtweerstand).
In het tweede gedeelte van de val heeft de parachutist zijn maximale valsnelheid bereikt en
valt hij met een constante snelheid vrijwel recht naar beneden.
Hieronder staan enkele beweringen over de zwaartekracht en de wrijvingskracht in het
tweede gedeelte van de val.
Welke bewering is juist?