Background image

terug

Vraag 2

Een auto rijdt met een constante snelheid van 30 m/s (= 108 km/h) over een rechte weg. Plotseling moet de auto remmen. In onderstaand figuur is de snelheid tijdens het remmen als functie van de tijd gegeven.



In onderstaand figuur zijn vier s-t-diagrammen getekend.



In welke figuur is de remweg van de auto juist weergeven?