Karin wil een nieuwe passpiegel kopen. Als Karin voor een spiegel staat die ze wel leuk
vindt, vraagt ze zich af hoe lang die spiegel moet zijn om zichzelf daarin geheel te kunnen zien.
Teken in de figuur op de bijlage,het gedeelte van de spiegel waarin Karin zichzelf geheel kan zien. Geef dat gebied duidelijk aan.