Een voorwerp staat voor een lens. Dat is in de figuur op de bijlage getekend. Ook het
beeld van het voorwerp is getekend.
Een lichtstraal afkomstig uit een punt P van dit voorwerp valt in Q op de lens.
Neem de figuur in de bijlage over. Teken in de figuur op de bijlage hoe deze lichtstraal na Q verder gaat.