Background image

terug

Vraag 10

Een bestuurder van een personenauto veroorzaakt een aanrijding.
Het remspoor van de auto staat op de weg.
De bestuurder beweert dat hij niet harder dan 50 km/h (= 14 m/s) heeft gereden.
De remvertraging van de auto blijkt onder deze omstandigheden 5,0 m/s2 te zijn.

Bereken hoe lang het remspoor van de auto hoogstens kan zijn als die niet harder dan 50 km/h (= 14 m/s) heeft gereden.