Mia en Gijs willen de hoogte van een uitkijktoren bepalen. Mia laat boven op de toren
een stuk hout over de rand vallen. Gijs meet dat het stuk hout 1,6 s nodig heeft om de
grond te bereiken.
Gijs en Mia berekenen hieruit de hoogte van de toren. Ze verwaarlozen daarbij de
wrijving van de lucht.
Hoe hoog is de uitkijktoren?