Background image

terug

Vraag 28

Janny loopt het scheikundelokaal binnen en ziet daar het toestel staan dat is afgebeeld in de figuur.

Het toestel bevat onderin vloeistof, maar in de ruimtes P en Q zit kennelijk een gas.
Janny ziet onmiddel1ijk dat de drukken in P en Q niet gelijk zijn. Ook ziet ze dat die drukken niet gelijk zijn aan de druk van de buitenlucht.
Over de druk van het gas in het toestel worden twee uitspraken gedaan.

Welke van deze uitspraken is of zijn juist?

  1. De druk in de ruimten P en Q is lager dan de druk van de buitenlucht.
  2. De druk in ruimte P is lager dan die in ruimte Q.