Willemien giet het maatglas leeg.
Op een andere dag meet ze dat er 40 cm3
water in haar regenmeter is gekomen.
Willemien weet dat met de uitdrukking
„1mm neerslag” bedoeld wordt: op een
bepaalde oppervlakte valt een laag water
van 1 mm hoog.
De doorsnede van de bovenkant van de
trechter is 100 cm2
Bereken hoeveel mm neerslag er op die dag is gevallen.