Background image

terug

Vraag 19

Tom en Jan doen samen de volgende proef.
Ze vullen een plastic zakje met suikerwater. Ze binden dat zakje dicht. Ze zorgen er voor dat er geen lucht in zit.
Ze zien dat het zakje met suikerwater zinkt in het water.
De invloed van het plastic moet je verwaarlozen.
Jan en Tom doen over de proef de volgende uitspraken.

Welke van deze uitspraken is of zijn juist?

  1. Jan zegt: "Het zakje met suikerwater zinkt omdat dit suikerwater een grotere dichtheid heeft dan water".
  2. Tom zegt: "Als je minder suiker in het water had opgelost, was het zakje suikerwater misschien wel blijven drijven!".