In onderstaand figuur is een hydraulisch werktuig getekend. De oppervlakten van de zuigers zijn in
deze figuur aangegeven.
Op de grote zuiger oefent men een kracht F1 = 2000 N uit.
Hoe groot is de kracht F2, die nodig is om de kleine zuiger op zijn plaats te houden ? Verwaarloos de wrijving van de zuigers.