Background image

terug

Vraag 27

De leerlingen hebben de grootte van de weerstand berekend. Dat is 30 Ω. Maar de standen van de stroommeter en de spanningsmeter met hun eenheid hebben ze niet genoteerd.

Noteer de standen van de stroommeter en de spanningsmeter met de juiste eenheid onder de meters op de uitwerkbijlage.
Noteer daaronder de bijbehorende berekening.