Background image

terug

Vraag 32

Een stemvork wordt opgesteld op 20 cm afstand van een microfoon die is verbonden met
een oscilloscoop. De stemvork wordt zo hard mogelijk aangeslagen. Op het scherm van
de oscilloscoop verschijnt een beeld van de geluidstrilling. Daarna wordt de proef
herhaald, maar nu is de afstand van de stemvork tot de microfoon 40 cm.

Verandert de amplitude van het oscilloscoopbeeld als de afstand van de stemvork tot de microfoon wordt vergroot?