terug
Vraag 13
Onveiligheidsgevoelens in de bevolking
van 15 jaar en ouder, 2006 (in %)
geslacht |
|
man |
17,1 |
|
vrouw |
30,1 |
leeftijd |
|
15-24 jaar |
28,8 |
|
25-34 jaar |
26,8 |
|
35-64 jaar |
23,2 |
|
65 jaar en ouder |
17,9 |
opleidingsniveau |
|
geen, lager of voortgezet |
22,8 |
|
middelbaar |
23,8 |
|
hoger onderwijs |
25,4 |
herkomst |
|
autochtoon |
22,4 |
|
Westerse allochtoon |
26,7 |
|
niet - Westerse allochtoon |
31,9 |
inkomensbron |
|
inkomen uit arbeid |
23,3 |
|
inkomen uit uitkering |
33,1 |
|
inkomen uit pensioen of anders |
21,3 |
|
naar: tabel B8.6 in bijlage ‘Veiligheid’ in het rapport ‘De sociale staat van
Nederland 2007’, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, 2007
Maak gebruik van de tabel.
Hieronder staan vier uitspraken over de tabel:
- Vrouwen voelen zich onveiliger dan mannen.
- Ouderen voelen zich onveiliger dan jongeren.
- Mensen met een uitkering voelen zich onveiliger dan mensen die betaald
werk verrichten.
- Autochtonen voelen zich onveiliger dan allochtonen.
Neem onderstaande regels over en schrijf per uitspraak op of deze juist of
onjuist is.
Uitspraak 1 is …
Uitspraak 2 is …
Uitspraak 3 is …
Uitspraak 4 is …