Je gaat een werkstuk maken over de machtspositie van Stalin in de Sovjetunie. De
hoofdvraag van dit werkstuk is: Waarom kreeg Stalin de boeren niet helemaal in zijn
macht?
In de bibliotheek vind jij een boek met de titel: ’De boerenbevolking onder Stalin’.
Hieronder staat de inhoudsopgave van dit boek.
Hoofdstuk 1: Voedseltekorten en hongersnoden.
Hoofdstuk 2: Grond als privé-bezit van boeren.
Hoofdstuk 3: Godsdienstige gebruiken onder boeren.
Hoofdstuk 4: Het platteland: ver weg van de industriële vooruitgang.
Alle hoofdstukken zijn bruikbaar voor de beantwoording van de hoofdvraag.
Leg van twee hoofdstukken uit waarom jij ze gebruikt voor de beantwoording van de
hoofdvraag. Geef per hoofdstuk een verklaring.
Doe het zo:
Ik gebruik hoofdstuk … (schrijf nummer op), omdat …
Ik gebruik hoofdstuk … (schrijf nummer op), omdat …