In de jaren ’70 konden steeds meer DDR-burgers een televisie kopen. Ze konden
daarmee West-Duitse zenders ontvangen. De DDR-regering vond deze ontwikkeling
zowel gunstig als ongunstig.
Leg uit waarom de DDR-regering de stijging van het aantal televisies aan de ene kant
gunstig en aan de andere kant ongunstig vond.
Doe het zo:
Aan de ene kant gunstig, want …
Aan de andere kant ongunstig, want …