Hieronder volgen enkele uitspraken:
1 De confessionele groepen hebben een achterstand in de samenleving en in de politiek.
2 Confessionele organisaties moeten worden opgericht om voor hun eigen belangen op te
komen.
3 Alle confessionele groepen moeten in één organisatie met elkaar samenwerken.
Zou een orthodox-protestantse politicus rond 1890 het met deze uitspraken eens zijn
geweest? Verklaar je antwoord per uitspraak met een voorbeeld.