Stel je voor: je leeft in het jaar 1221 en je bent de edelman Ambrosio Nicolosi. De paus
heeft zojuist opgeroepen tot een nieuwe kruistocht. Zelf ben je bij een vorige kruistocht
een gevangene van de Arabieren geweest.Toen heb je hun cultuur goed leren kennen. Na
betaling van losgeld ben je vrijgelaten en naar je eigen land teruggekeerd. De keizer
vraagt jou, als belangrijk edelman, om raad. Hij wil weten of het niet beter is om op een
vriendschappelijke manier contact met de Arabieren te zoeken. Daarna wil de keizer
beslissen of hij wel óf niet aan een nieuwe kruistocht zal deelnemen.
Schrijf een brief van 40 tot 80 woorden aan de keizer. Daarin geef je hem drie argumenten
waarom hij wel óf niet aan een nieuwe kruistocht zou moeten deelnemen.
Schrijf alleen het middendeel van de brief.
Doe het zo: