terug
Vraag 9
Vier beweringen over de positie van de koningin in de Nederlandse staatsinrichting:
- De koningin is lid van de regering, maar de ministers zijn verantwoordelijk voor haar daden en uitspraken.
- De koningin moet in de Tweede Kamer de troonrede verdedigen.
- De koningin ondertekent de wetten voordat deze uitgevoerd kunnen worden.
- Omdat de koningin het staatshoofd is, bepaalt zij het beleid van de ministers.
→ Geef per bewering aan of deze
juist of
onjuist is.
Doe het zo:
Bewering 1 is juist/onjuist (maak een keuze).
(enz. tot en met bewering 4)