Een gedicht gemaakt door de vader van Aletta Jacobs in 1878.
1. Niet tot het dagelijkse en huiselijke leven Voel jij je geroepen of verplicht Jij richt je op een ander streven Je oog op een hoger doel gericht 2. Je helemaal daaraan toe te wijden Scheen jou het leven waard Daarvoor te werken en te strijden Dat scheen jouw doel op aard 3. Nu je jouw studie hebt volbracht En de doctorstitel hebt verkregen Heb je door je ijver en je moed De hoogste trap voor een vrouw betreden 4. Treed nu op als redder van vrouw en wicht (= klein kind) Die door ziekte zijn ter neer ( = naar beneden) gebogen Aanvaard je beroep als een heilige plicht Met de ernst van deze taak voor de ogen. |