Gebruik bijlage "Toespraak Nobelprijswinnaar".
In de bijlage gaat het om drie personen: degene die een toespraak houdt, een
Arabische president en een president van de Verenigde Staten.
Noem de namen van de drie personen.
Doe het zo:
De spreker is … (noem de naam).
De Arabische president is … (noem de naam).
De Amerikaanse president is … (noem de naam).