terug
Vraag 4
Hieronder staan drie uitspraken over de Nederlandse samenleving rond 1900:
- De overheid moet zich alléén bezig houden met onderwijs en veiligheid.
Voor de rest moet de overheid zich zo weinig mogelijk bemoeien met de
samenleving.
- Het kapitalisme zorgt ervoor dat de meerderheid van de bevolking het slecht
heeft. De overheid moet mensen die het slecht hebben ondersteunen.
- Het onderwijs aan 'kleine luyden' is vrij, maar de 'scholen met de Bijbel' zijn
arm. Dat komt doordat de overheid de christelijke scholen ten onrechte niet
financiert.
Hieronder staan vier maatschappelijke groeperingen:
- katholieken
- liberalen
- protestanten
- socialistenr
→ Geef per uitspraak aan welke maatschappelijke groepering daarbij hoort?
Let op! Er blijft één maatschappelijke groepering over.
Doe het zo:
Bij uitspraak 1 hoort maatschappelijke groepering … (vul letter in).
(enz. tot en met uitspraak 3)