Background image

terug

Vraag 14

Hieronder staan vier veranderingen in de Nederlandse staatsinrichting:

  1. invoering van actief vrouwenkiesrecht
  2. invoering van algemeen mannenkiesrecht
  3. invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid
  4. invoering van sociale grondrechten in de grondwet

→ Zet de veranderingen in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo:
Eerst …, dan …, vervolgens … en ten slotte … (vul alleen nummers in).