Hieronder staan vier veranderingen in de Nederlandse staatsinrichting:
invoering van actief vrouwenkiesrecht
invoering van algemeen mannenkiesrecht
invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid
invoering van sociale grondrechten in de grondwet
→ Zet de veranderingen in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later. Doe het zo:
Eerst …, dan …, vervolgens … en ten slotte … (vul alleen nummers in).