Background image

terug

Vraag 11

Hieronder staan vijf uitspraken die gedaan zijn tijdens een rechtszaak:

  1. "Graag wil ik pleiten voor een lagere straf voor mijn cliënt."
  2. "Het is niet gegaan zoals nu wordt gezegd, het was niet mijn bedoeling. Ik heb er spijt van."
  3. "Ik veroordeel u hierbij tot een werkstraf van 180 uur en een maand voorwaardelijke gevangenisstraf."
  4. "Ik vond het een rare situatie en ben toen gaan kijken. Daar zag ik gebeuren, waar ik zojuist over vertelde."
  5. "Omdat dit niet de eerste keer is, eis ik een gevangenisstraf van twee maanden en een werkstraf van 300 uur."
Vijf personen die een rol spelen bij een rechtszaak:
  1. advocaat
  2. getuige
  3. officier van justitie
  4. rechter
  5. verdachte

→ Geef per uitspraak aan welke persoon daarbij hoort.
Doe het zo:
Bij uitspraak 1 hoort persoon … (vul een letter in). (enz. tot en met uitspraak 5)