Examentrainers

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist of onjuist is volgens de tekst.
Schrijf ‘juist’ of ‘onjuist’ in de juiste volgorde.

1. Leopold Wrobel zei dat hij zijn buren alleen maar probeerde te vermaken.
2. Er was duidelijk bewijs dat de gebeurtenissen regelmatig plaatsvonden.
3. Volgens de advocaat van de verdediging was het fluiten voor de hond bedoeld.
4. Eén van de slachtoffers vertelde dat ze allemaal nare dromen had.

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.