Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze op grond van
alinea 6 juist of onjuist is.
Noteer het nummer en daarna ‘juist’ of ‘onjuist’
1 De mieren hebben een hekel aan vochtig weer.
2 De mieren kunnen goed met huismiddeltjes bestreden worden.
3 Onderzoekers hebben een middel gevonden om de mieren uit te
roeien.
4 Per kolonie hebben de mieren meerdere koninginnen.