Daan wil een extra baantje zoeken om meer inkomsten te krijgen. Bjorna zegt: "Jij moet
niet nog méér gaan werken. Je moet juist gaan bezuinigen op je uitgaven om rond te
komen." Daan geeft Bjorna gelijk, maar zegt: "Jij hebt makkelijk praten. Op sommige
uitgaven kan ik niet bezuinigen!"
Noem een voorbeeld van een uitgave waarop Daan de komende maand niet kan
bezuinigen. Leg uit waarom hij daarop niet kan bezuinigen.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Werkende jongere moet meebetalen als hij nog bij zijn ouders woont