Background image

terug

Vraag 2

Vanaf januari 1992 reserveerde het gezin Kappers elke maand ƒ 200,- voor een auto. Het gezin zette dit bedrag aan het eind van elke maand op een spaarrekening. Op 1 maart 1996 was aan hun oude auto een dure reparatie nodig. Vader en moeder Kappers besloten voor ƒ 15.000,- een tweedehands auto te kopen. Hun oude auto bracht nog ƒ 2.000,- op. De totale rente op hun spaarrekening bedroeg tot 1 maart 1996 ƒ 500,-.

Welk bedrag kwam het gezin Kappers te kort voor de aanschaf van de auto?