Background image

terug

Vraag 24

Eind februari 1997 deed de plaatselijke audiozaak Helga en Wim een aanbod. Als Helga en Wim voor 1 maart een nieuw televisietoestel zouden aanschaffen, dan konden Helga en Wim dat toestel voor de oude prijs van ƒ 1.500,- kopen. Na 1 maart zou hetzelfde televisietoestel ƒ 1.550,- kosten.
Wim stelde voor de televisie voor 1 maart te kopen. Eind mei zou immers het vakantiegeld worden ontvangen. Tot die tijd konden ze geld lenen tegen 1% rente per maand.
Helga vond het maar niets: "Door die rente ben je het voordeel van die korting al meteen kwijt".

Wie heeft er gelijk, Helga of Wim? Geef een antwoord met behulp van een berekening.