Background image

terug

Vraag 1

Geld heeft een aantal functies. Hieronder staan drie situaties waarin geld één van die functies heeft:

  1. Marcia betaalt een nieuwe jas met haar pinpas;
  2. Hanneke gebruikt een telefoonkaart om op te bellen;
  3. Het NIBUD beweert dat een trouwdag een bruidspaar in 1997 ongeveer ƒ 10.000,- kost.

In welke van de bovenstaande situaties wordt geld gebruikt als rekenmiddel?