Background image

terug

Vraag 10

In 1994 had de minister van Financiën een belastingmeevaller van 4 miljard gulden. De minister wilde daarom het percentage van de eerste belastingschijf met 1% verlagen. Hij verwachtte dat daardoor de werkgelegenheid in Nederland zou toenemen.
Hieronder staan vijf economische verschijnselen:

  1. De koopkracht van de Nederlandse consumenten neemt toe;
  2. De produktie in de Nederlandse bedrijven neemt toe;
  3. De belasting in Nederland wordt verlaagd;
  4. De vraag naar goederen en diensten van Nederlandse bedrijven neemt toe;
  5. De werkgelegenheid in Nederland neemt toe.

In welk van de onderstaande regels staan de verschijnselen in de juiste volgorde?