Per 1 oktober 1992 werd het hoogste BTW-tarief verlaagd van 18,5% naar 17,5%. Volgens sommige economen kan deze BTW-verlaging leiden tot een stijging van de opbrengst van de vennootschapsbelasting.
Hieronder staan 5 economische verschijnselen:
In welke van de onderstaande regels staan de verschijnselen in een zodanige volgorde dat ze de gedachtengang van deze economen goed weergeven?