Andere economen zijn niet zo overtuigd van de noodzaak tot loonmatiging.
Volgens hen zou loonmatiging wel eens werkloosheid tot gevolg kunnen hebben.
Hieronder staan drie tussenstappen.
lagere koopkracht
lagere productie
minder werkgelegenheid
In welke regel staan de tussenstappen in een zodanige volgorde dat een
logische gedachtegang ontstaat?