Background image

terug

Vraag 11

Zilversmidt besluit de les met een opdracht: “Schrijf een kort opstel waarin je uitlegt waar het in de economie om gaat.”
Hieronder staat een gedeelte van het opstel van Harold.
Sommige zinnen moet Harold nog afmaken.
→ Vul op de stippellijnen de ontbrekende woorden in.
Je moet kiezen uit de volgende begrippen:
de arbeid / de consumenten / de overheid / de producenten / geëxporteerd / geïmporteerd / goederen en diensten / het binnenland / het buitenland

……(1)…… willen hun behoeften vervullen. Dat doen ze door …… (2)…… te kopen. …… (3) …… zorgen voor de productie. Wat niet in eigen land geproduceerd kan worden, of goedkoper (beter) in …… (4) …… gemaakt kan worden, wordt ……(5) ……

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: De economische kringloop