Examentrainers

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist of onjuist is
volgens de inleiding en alinea 1.
Kruis aan ‘juist’ of ‘onjuist’ in de uitwerkbijlage.

1. Florian schreef over mensen die net als hij een ongeluk hebben gehad.
2. Gladheid speelde een rol bij Florians ongeluk.
3. Florian vroeg zich na het ongeluk als eerste af hoe het met zijn vriend was.
4. Stefan kwam bij het ongeluk met de schrik vrij.

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.