Background image

terug

Vraag 37

“Man kann … und malen.” (alinea 2)
→ Hoe reageren de “drei Zehnjährigen” (alinea 2) op deze mogelijkheid?
Antwoord met ‘positief’ of ‘negatief’ en schrijf het zinsdeel over waarop je je antwoord baseert

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Robustes Notebook für Schüler