De zintuigcellen in een oog worden
gevoeliger voor lichtprikkels wanneer er
bijna geen licht meer is. De
lichtgevoeligheid van de zintuigcellen
neemt de eerste 10 minuten in het duister
langzaam toe. Na zo’n 20 minuten in het
duister, kun je al goed zien. Maar pas na
een uur zijn je ogen helemaal aangepast
aan de geringe hoeveelheid licht.
De afbeelding hiernaast stelt een doorsnede van een
oog van de mens voor.
Welk cijfer geeft het deel van het oog aan
waarin zich de beschreven zintuigcellen
bevinden?