Men wil van een koe met gunstige eigenschappen veel meer nakomelingen krijgen dan op
een natuurlijke manier mogelijk is.Dat is tegenwoordig mogelijk met de methode van het
kloneren. Bij het kloneren wordt een zogenoemde superkoe bevrucht door een stier met
gunstige eigenschappen. De bevruchte eicel deelt zich. Het klompje cellen wordt uit de
superkoe gehaald en gesplitst. Wat er gebeurt bij het kloneren is schematisch weergegeven
in de volgende afbeelding.
Zijn de delingen bij proces X van de afbeelding gewone celdelingen of zijn het
reductiedelingen? Of is dit niet te zeggen op grond van de gegevens?