De lepelaars broedden in het riet van het Naardermeer. Hun voedsel zochten ze vooral
op plaatsen met ondiep water. Doordat veel ondiepe plassen en sloten in de buurt van het
Naardermeer door drooglegging verdwenen, moesten de lepelaars hun voedsel steeds
verder van het nest gaan zoeken.
Leg uit dat hierdoor de jonge lepelaars minder voedsel kregen.