Bij duizeligheid krijgt een diabetespatiënt het advies om wat druivensuiker (glucose) te
eten of bijvoorbeeld een boterham. Door het eten van een boterham neemt het
glucosegehalte van het bloed minder snel toe dan wanneer de patiënt druivensuiker eet.
Leg uit hoe het komt dat door het eten van een boterham het glucosegehalte van het
bloed minder snel toeneemt dan na het eten van druivensuiker.