Vlinders, zoals de kleine vos, fladderen in het voorjaar en in de zomer tussen de
brandnetels rond. De zwart-geel gestreepte rupsen van de kleine vos voeden zich met de
bladeren van de brandnetel.
Ook sluipwespen houden zich in de buurt van brandnetels op. De vrouwtjes van de
sluipwespen zijn op zoek naar rupsen van de kleine vos, waarin zij eitjes leggen. De larven
die uit die eitjes komen, voeden zich met het inwendige van die rups.
In de tekst wordt een aantal organismen genoemd die samen een voedselketen zijn.
Schrijf de namen van deze organismen op en geef met pijlen de voedselketen aan.