In de kantine van een school worden boterhammen verkocht. De boterhammen worden per
twee stuks verpakt in een plastic bakje. In deze verpakking begint het brood na enkele
dagen te beschimmelen. De eigenaar van de kantine bedenkt een manier om de
boterhammen langer goed te houden. Hij onderzoekt eerst of die manier werkt.
Vijftig boterhammen worden op de oude manier verpakt in plastic bakjes. Vijftig andere
boterhammen worden ook zo verpakt, maar de lucht in de bakjes wordt vervangen door een
gasmengsel van koolstofdioxide en stikstof. Deze boterhammen zijn na zeven dagen nog
onbeschimmeld. De boterhammen in de bakjes met gewone lucht zijn na zeven dagen
beschimmeld.
Wat zijn in het beschreven onderzoek de resultaten?