Bij een derde experiment wordt een model óf ‘dansend’ óf in een rechte lijn
voortbewogen.
Bij een vierde experiment wordt hetzelfde model ‘dansend’ bewogen, maar op
verschillende afstanden van het mannetje.
De resultaten van het derde en het vierde experiment staan weergegeven in de
onderstaande staafdiagrammen.
Wat is de conclusie uit het derde en vierde experiment?