Background image

terug

Vraag 32

Van een bepaalde vlindersoort is bekend dat de mannetjes vooral op de grond leven. De mannetjes reageren op verschillende prikkels van voorbijvliegende vrouwtjes. Om dit gedrag te onderzoeken worden verschillende papieren modellen als ‘vrouwtje’ gebruikt. Zo’n model wordt aan een touwtje vastgemaakt en in de buurt van een mannetje bewogen.


Er wordt geteld hoe vaak een mannetje op zo’n model afvliegt. Deze aantallen zijn als staafdiagram weergegeven in onderstaande afbeelding.

Wat is de onderzoeksvraag bij dit experiment?