In een tijdschrift staat de volgende tekst:
Berberapen leven in groepen in Noord-Afrika, op 1000 tot 2000 meter hoogte waar het in
de winter zeer koud is. Deze zoogdieren eten gras, vruchten en andere planten, maar ook
wel insekten en spinnen. Bij berberapen krijgt een vrouwtje meestal één jong per jaar. De
baby's zijn in de groep erg belangrijk. Al vrij snel na de geboorte in het voorjaar nemen de
volwassen mannetjes de baby's regelmatig van de vrouwtjes over, dragen ze op hun rug en
beschermen ze. Een mannetje neemt een baby soms ook mee bij het benaderen van een
ander mannetje. Het lijkt erop dat daardoor het andere mannetje minder agressief is.
In de winter krijgen berberapen een dikkere vacht. Dit is een aanpassing aan de lage
temperatuur.
Bij de berberapen worden de meeste jongen in het voorjaar geboren. Dat heeft voordelen.
Noem twee van deze voordelen.