Wasmiddelen bevatten vroeger veel fosfaat. Dit fosfaat kwam met het waswater in het
slootwater terecht.
Door de toevloed van fosfaat nam het aantal algen in het slootwater sterk toe. Hierdoor
kreeg het water een blauw-groene kleur. Men noemt dit verschijnsel waterbloei.
De algen sterven massaal na korte tijd. Zij zakken naar de bodem. Hun resten worden
afgebroken door de vele bacteriën. De hoge activiteit van de bacteriën heeft invloed op de
vissen in de sloot.
Komen in de dode algen die naar de bodem zakken koolhydraten voor? En mineralen (zouten)?