In een meer leven onder andere de volgende organismen: snoeken, algen, stekelbaarzen,
watervlooien. Dit is schematisch weergegeven. Aan de rand van het meer
staat een fabriek. Een tijd lang loosde de fabriek afval met kwik in het meer. Het gehalte
aan kwik van het water werd steeds hoger. In enkele gevallen gingen mensen die vis uit
het meer gegeten hadden dood door vergiftiging.
In de schematische tekening zijn de algen en de watervlooien vergroot
getekend. De snoek is verkleind getekend.
Mensen lopen meer gevaar door het eten van een kilogram met kwik verontreinigde vis
uit dit meer dan door het drinken van dezelfde hoeveelheid ongezuiverd water uit dit
meer. Een kilogram van die vis bevat dus meer kwik dan een liter water uit het meer.
Leg uit hoe dit komt.