Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw worden de meeste kinderen ingeënt tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio met de zogenaamde DKTP-prik. Bij een DKTP-vaccinatie wordt een kind ingeënt met verzwakte of dode ziekteverwekkers. Vanaf 1987 krijgen veel kinderen op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar ook een inenting tegen bof, mazelen en rode hond: de BMR-prik. In het eerste levensjaar hebben de meeste kinderen antistoffen tegen bof, mazelen en rode hond in het bloed. Deze antistoffen zijn afkomstig van de moeder. |