Background image

terug

Vraag 11

In een boek staat het volgende:

Elk varken heeft in zijn snuit een zogenaamde wroetschijf. Met deze schijf, die veel zintuigen bevat, onderzoekt het dier in een natuurlijke omgeving de grond.
Hij zoekt naar voedsel, maar in een hok met een roostervloer valt niet veel te onderzoeken. Een varken begint dan bij een soortgenoot te wroeten en te knabbelen. Het knabbelen gaat over in bijten in de staart.
Proeft een varken eenmaal bloed, dan ontstaat jachtgedrag dat typisch is voor varkens, want varkens eten ook vlees. Een aangevreten varken wordt nagejaagd en nog verder aangevreten.

Tot welk soort gedrag behoort het wroeten?